Prestatiebepalende factoren voor het vliegseizoen

door

Prestatiebepalende factoren voor het vliegseizoen

Vetstofwisseling
De energiewinning tijdens de wedvlucht komt bij de postduif hoofdzakelijk uit de vetverbranding. Het energiegehalte van vet is ongeveer dubbel zo hoog als dat van dezelfde hoeveelheid koolhydraten of eiwit. De duif heeft echter niet alleen essentiële vetzuren uit voldoende vetrijk voer nodig, maar ook mineralen, vitaminen en sporenelementen in de juiste verhouding, perfect afgestemd op deze vetstofwisseling.

De oxidatie van vetzuren levert bijna viermaal zoveel energie als de verbranding van koolhydraten. Dien-overeenkomstig heeft de stofwisseling hier ook meer zuurstof voor nodig. Het is dan ook gemakkelijk te begrijpen dat het prestatievermogen van de duif des te groter zal zijn, naarmate de duif tijdens de wedvlucht over meer zuurstof kan beschikken. Hoe sneller de zuurstof door het bloed vanuit de longen naar de spiercellen kan worden getransporteerd, hoe sterker de prestaties van de duif zullen zijn.

In rusttoestand verbruikt een duif al ongeveer 5 keer meer zuurstof dan de mens. Aan deze behoefte aangepast, zijn het ademhalingsapparaat en de bloedsomloop van de duif uiterst productief (luchtzak, zeer groot hart).

Maar alleen wanneer de ademhalingsorganen van de duif 100% gezond zijn, is hij in staat de zuurstof uit de ingeademde lucht optimaal te gebruiken.

Hemoglobine bindt de zuurstof en bezorgt deze via de bloedsomloop aan de actieve organen in het lichaam. De prestaties van een postduif kunnen dan ook wezenlijk worden verbeterd door het hemoglobinegehalte in het bloed te verhogen.

De toediening van organisch gebonden, zgn. actief ijzer leidt na enkele dagen tot een duidelijke verhoging van de ijzerwaarde in het bloed (hematocrietwaarde) en versnelt zo het transport van zuurstof naar de cellen (mitochondriën). Bij een betere energietoevoer verbetert in de eerste plaats de trainingsprestatie en daardoor uiteindelijk ook de prestatie tijdens de wedvlucht.

Eiwit als energiebron
Uit recent onderzoek is gebleken dat duiven hun energie tijdens het vliegen niet uitsluitend uit vet halen. Postduiven halen ca. 10% van hun energiebehoefte uit eiwitreserves, die in wezen echter uit de afbraak van spierweefsel komen. Om het verbruikte lichaamseigen eiwit zo snel mogelijk weer aan te vullen, dient al op de dag van de wedvlucht zelf weer Eiwit A.P.F. 90 te worden toegediend, omdat de spieropbouw het meeste tijd vraagt.

Ga terug